Veelgestelde vragen

Om de buurt toekomstbestendig en duurzaam te maken. Aardgas is duurder, vervuilender en wordt in de toekomst uitgefaseerd. Door nu te verduurzamen, voorkomt u verrassingen én draagt u bij aan een gezondere leefomgeving.

Het is een landelijke doelstelling om uiterlijk in 2050 geheel aardgasvrij te zijn. U mag zelf kiezen wanneer en hoe u die overstap maakt. Het staat iedereen nu nog vrij om daar zijn of haar eigen keuzes in te maken, maar naar mate we dichter bij 2050 komen zal de oproep en noodzaak dwingender worden.

Bij de verbranding van aardgas komt CO2 als broeikasgas vrij. Broeikasgassen zorgen dat zonnewarmte gevangen blijft in de dampkring, waardoor de aarde opwarmt. Dat leidt weer tot een keten van problemen die we uiteindelijk het klimaatprobleem noemen. Stoppen met aardgas is maar een deel van de oplossing; het gaat ook om brandstof van auto’s, kolengestookte centrales en alle andere fossiele brandstoffen.

Eerlijk gezegd is die al begonnen. Nieuwbouwhuizen krijgen geen gasaansluiting meer, en in de bestaande bouw gebeurt ook al veel. Bijvoorbeeld wanneer een woning van eigenaar wisselt of de verwarmingsinstallatie aan vervanging toe is. Maar wanneer precies alle bestaande woningen en bedrijven van het gas af gaan is moeilijk te zeggen. Dat is sterk afhankelijk van de alternatieven voor aardgas. De huidige doelstelling is om in 2050 niet meer afhankelijk te zijn van fossiele brandstoffen.

Een wijk- of buurtaanpak betekent dat u samen met uw buurtbewoners aan de slag gaat om woningen aardgasvrij te maken. Het idee daarachter is eenvoudig: veranderen wordt makkelijker, betaalbaarder en minder spannend als u het niet alleen hoeft te doen.

De wijkaanpak richt zich op een gebiedsgerichte benadering, waarbij verschillende ontwikkelingen op elkaar worden afgestemd en bij voorkeur worden gecombineerd om koppelkansen te benutten. Daarnaast sluiten subsidies, technische plannen en leveranciers beter aan als er op wijk- of buurtniveau wordt gewerkt. Zo hoeft u niet alles zelf uit te zoeken en wordt verduurzamen voor iedereen haalbaarder; ook als u er nu nog niet aan toe bent. Met een wijkaanpak houdt u grip op wat er gebeurt, kunt u stap voor stap meedoen, en op een manier die past bij uw wensen en mogelijkheden.

Zo min mogelijk in één keer, zoveel mogelijk gespreid over de tijd. Omdat tegenover de investering ook vaak een besparing staat – er wordt minder energie gebruikt in een goed geïsoleerd huis, nieuwbouw wordt (bijna) energie neutraal en veel huizen gaan energie opleveren met zonnepanelen op het dak – kunnen de uitgaven vaak worden terugverdiend met een lagere energierekening. Ook hier is uw keuze voor duurzame techniek bepalend voor wat de kosten gaan zijn.

Er zijn ook aantrekkelijke subsidies en regelingen beschikbaar. Bovendien doen we dit samen: met collectieve inkoop en begeleiding van de gemeente houden we de kosten zo laag mogelijk. Vaak verdient u de investering terug via lagere energielasten.

Dan blijft u afhankelijk van fossiele brandstoffen en stijgende prijzen. Ook kan het zijn dat u later, onder meer druk, alsnog moet overstappen, maar dan zonder de voordelen van gezamenlijke aanpak, subsidies of begeleiding.

Vrijwel alle woningen kunnen aardgasvrij worden, maar er is maatwerk nodig. 

Precies hier. We helpen u met een helder stappenplan, begeleiding en persoonlijke ondersteuning. Geen technisch jargon, maar begrijpelijke uitleg. U hoeft het niet alleen te doen. Via het Energieloket kunt u een afspraak inplannen om advies te krijgen over de eerste te nemen stappen voor uw woning.

Dat is logisch. Maar comfort vandaag betekent niet dat het in de toekomst zo blijft. Gas wordt duurder, installaties verouderen. Door nú mee te doen, kiest u zelf hoe en wanneer u overstapt – en voorkomt u dat u straks achter de feiten aanloopt.

Dat begrijpen we. Daarom werken we met onafhankelijke adviseurs en lokale partijen die u kunt spreken. Alles is transparant: u weet van tevoren wat u krijgt, wat het kost en wat u ervoor terugkrijgt.

Het beste moment om over te stappen? Dat is als u begeleiding, subsidie en collectieve voordelen krijgt; precies zoals nu. U hoeft het niet in één keer te doen. Begin met informatie. De eerste stap is eenvoudig; wij helpen u verder.

Een comfortabele woning, lagere energiekosten en rust: geen pieken meer op uw gasrekening. En een woning die klaar is voor de toekomst; goed voor het klimaat én de portemonnee.

Dat uw woning wordt verwarmd zonder aardgas. In sommige wijken kunnen warmtenetten mogelijk zijn, dit onderzoekt de gemeente op dit moment. Als een warmtenet niet mogelijk is, dan spreken we van ‘all-electric’ op weg naar aardgasvrij. 

a. Warmtenetten: dat zijn netwerken van leidingen onder de grond, waardoor (warm) water stroomt. Dat warme water, afkomstig van een warmtebron in de buurt, wordt gebruikt om huizen te verwarmen. Als er warm water wordt aangeleverd, kunt u uw radiatoren behouden. Als er water van bijvoorbeeld 15 tot 30 graden wordt aangeleverd, dan zou het goed zijn als u kunt overstappen op vloerverwarming, wandverwarming of lage temperatuur radiatoren. 

b. Elektrische oplossingen: Hierbij verwarmt u uw huis met elektrische apparaten. U gebruikt dan in bijna alle gevallen een warmtepomp. Die verwarmt uw huis als een soort ‘omgekeerde koelkast’. In huis heeft u dan meestal vloerverwarming, wandverwarming of lage temperatuur radiatoren net als bij een lage temperatuur warmtenet.

Met alle nieuwe manieren van verwarmen wordt het in huis comfortabel warm. Het is in alle gevallen verstandig uw huis te isoleren maar nog niet noodzakelijk om aardgasvrij te worden. Dit is niet alleen belangrijk om energie te besparen, maar zorgt daarnaast voor een prettig binnenklimaat. 

Bij lage temperatuurverwarming, zoals een warmtepomp, wordt verwarmen soms wel als anders ervaren dan met aardgas. Het huis wordt geleidelijk verwarmd en door de goede isolatie blijft de temperatuur heel constant, ook ‘s nachts. Het is alleen niet meer mogelijk om de temperatuur binnen korte tijd een paar graden te laten stijgen of dalen.

Met een gasgestookte cv-ketel verwarmt u uw huis op een hoge temperatuur van zo’n 60 - 90 graden. U kunt daarvoor radiatoren gebruiken en uw huis hoeft niet vergaand geïsoleerd te zijn. 

Bij lage temperatuurverwarming verwarmt u uw huis met 40 graden of lager. Omdat er minder warmte is, is het erg belangrijk dat er geen warmte verloren gaat en de warmte goed door het huis wordt verspreid. Uw huis moet daarom goed geïsoleerd zijn. Bovendien geven radiatoren nauwelijks warmte af bij 40 graden. Daarom moeten ze worden vervangen door convectoren, wand- en/of vloerverwarming. Dit zorgt voor een constante en comfortabele temperatuur in huis. 

Verwarmen met een lage temperatuur kan wel als ‘anders’ worden ervaren dan verwarmen met aardgas. Het is bijvoorbeeld niet meer mogelijk de temperatuur even snel een graadje bij te stellen.

Als u niet kiest voor vloer- en/of wandverwarming of convectorputten, dan heeft u inderdaad nog steeds (lage temperatuur) radiatoren aan de muur. Het verschilt per woning en per warmtetechniek of u bestaande radiatoren blijft gebruiken. Als u overstapt op een warmtenet, kunnen bestaande radiatoren vaak in gebruik blijven. Bij andere oplossingen, zoals een warmtepomp, stapt u over op lage temperatuurverwarming. Dit betekent dat het huis verwarmd wordt op een lagere temperatuur dan met aardgas. In dat geval is het nodig om vloer- of wandverwarming of lage temperatuurradiatoren te installeren. Die geven de warmte af over een grotere oppervlakte, waardoor het in huis heel constant en comfortabel warm wordt. Bij lage temperatuurverwarming is het noodzakelijk dat de woning volledig is geïsoleerd, zodat de warmte niet kan ontsnappen.

De kans is groot dat u straks geen cv-ketel meer in huis heeft. Met een warmtenet is geen cv-ketel nodig, de warmte komt dan uit warm water dat via leidingen uw huis binnenkomt. Bij elektrische oplossingen wordt de cv-ketel bijna altijd vervangen door een warmtepomp. 

Een warmtenet is een collectieve oplossing zoals aardgas dat nu ook is. Een warmtenet kan met een duurzame bron gevoed worden. Bijvoorbeeld met warmte op oppervlaktewater zoals het Amsterdam Rijnkanaal. Die warmte wordt dan vooral in de zomer gewonnen en opgeslagen in de bodem voor gebruik in de winter. 

Warmtenetten zoals we die uit de Randstad kennen, vervoeren vaak meer dan 70 graden. Ze zijn relatief duur en woningeigenaren gaan dan vaak niet meer isoleren. In onze gemeente rekenen we aan een bronnet waarbij maar 15 graden water wordt vervoerd.

Woningen die al goed geïsoleerd zijn kunnen dan met een eigen water-water warmtepomp water van de gewenste temperatuur maken (vaak 30-50 graden). Dit type warmtepomp heeft geen buitenunit waardoor ze minder geluid maken. In buurten waar het isoleren lastig is of waar geen boilervat in huis past, rekenen we aan het centraal opwarmen van het water van 15 naar bijvoorbeeld 50 of 70 graden. Daar heb je een buurt-warmtestation voor nodig.

Wanneer het aardgas verdwijnt, zijn de gasleidingen overbodig. Volgens de huidige wetgeving mogen deze leidingen dan niet in de grond blijven zitten en worden ze verwijderd. 

Gasleidingen gaan ongeveer 45 jaar mee. Elk jaar zijn er dan grote stukken van het gasnet die aan vervanging toe zijn. Er kan in zo'n geval voor gekozen worden om de leidingen te verwijderen. De keuze om ze te verwijderen of te vervangen hangt vooral af van de plannen om aardgas in het gebied te behouden of niet. Omdat het vervangen van gasleidingen erg duur is (vervanging van het 135.000 kilometer lange gasnet kost miljarden euro’s), kan dit een goed moment zijn om over te stappen op alternatieve manieren om mee te verwarmen. 

In sommige gevallen kan het bestaande gasnet nog gebruikt worden om duurzame gassen zoals waterstof door te vervoeren.

Technisch gezien is het zeker mogelijk om met nieuwere gasleidingen alle soorten gas te vervoeren. De oudere gasleidingen zijn alleen voor aardgas en biogas geschikt omdat die gasdeeltjes groter zijn. Waterstof bestaat uit kleinere deeltjes die kunnen ontsnappen uit oude aardgasleidingen.

Het zou natuurlijk handig zijn als alle woningen van aardgas naar groen gas kunnen overstappen. Het probleem zit hem in de beschikbaarheid. Biogas en waterstof zijn schaars en daarmee duur. Ook wordt het nog niet altijd duurzaam geproduceerd. 

Waterstof maak je door water (H2O) te splitsen in waterstof (H2) en zuurstof (O2). Daarvoor is veel stroom nodig. Op dit moment wordt nog vaak aardgas gebruikt om waterstof te maken. Groene waterstof maak je van groene stroom zoals uit zon en wind. Waterstof is handig te vervoeren en op te slaan, wel kost het veel stroom.

Ook in de toekomst verwacht de rijksoverheid maar beperkt groen gas beschikbaar te hebben voor woningen. Het zal ook heel duur zijn. Aan alle gemeenten is gevraagd op zoek te gaan naar alternatieven voor het aardgasvrij maken van woningen. Het schaarse groene gas is namelijk hard nodig voor verduurzaming van de industrie en logistiek zoals vrachtwagens. Die ‘zware’ processen zijn veel moeilijker om elektrisch te maken. Terwijl de meeste woningen ook aardgasvrij kunnen verwarmen met groene stroom. Wij gaan daarom, in ieder geval voor de woonwijken, op zoek naar aardgasvrije verwarming zonder groen gas. In het geval van een warmtenet, kan misschien groen gas nog als piekvoorziening worden ingezet in de koudste weken van het jaar.

Ja. Huiseigenaren zijn zelf verantwoordelijk voor de overstap naar aardgasvrij verwarmen. Bij huurwoningen werkt dat anders omdat de gebruiker (de huurder) niet de woningeigenaar is. In het geval van een huurwoning hebben zowel de gebruiker als de eigenaar zeggenschap over de overstap. Hetzelfde geldt voor huiseigenaren die lid zijn van VVE.