Ontheffing verbod vuur stoken

U mag geen vuur stoken in de open lucht. Het verbod geldt niet voor rookwaren, kaarsen, vuur voor bakken en braden

Heeft u snoeiafval afkomstig van uitsluitend zieke (fruit)bomen en wilt u uw snoeiafval verbranden?

Het verbranden van snoeiafval is verboden op grond van de Wet milieubeheer en de Algemene Plaatselijke Verordening Wijk bij Duurstede.

  • Van dit verbod kan de gemeente ontheffing verlenen. Hiervoor moet u melding doen. 
  • Uw melding moet minimaal 5 werkdagen voor snoeihoutverbranding bij de gemeente binnen zijn. 
  • Dit meldingsformulier is meteen ook uw verzoek tot ontheffing op het verbod op het verbranden van afvalstoffen.
  • De gemeente gaat vertrouwelijk om met uw persoonsgegevens (conform de AVG wet).

Wij raden u aan om vóór het invullen van het meldingsformulier de toelichting goed door te lezen

Hierin vindt u alle regels voor het verbranden van snoeihout.

Beantwoord alle vragen van dit meldingsformulier. Heeft u één of meer vragen met “NEE” beantwoord?

U voldoet dan niet aan deze regels en u mag geen snoeiafval verbranden. De ontheffing is dan niet verleend.

Inloggen met DigiD Melding verbranden snoeiafval

In de gemeente Wijk bij Duurstede gelden regels voor het verbranden van snoeiafval van zieke (fruit)bomen. 

Blijkt uit uw meldingsformulier dat u niet kan voldoen aan één of meer regels?

Volgens de Wet milieubeheer en de Algemene Plaatselijke Verordening Wijk bij Duurstede (APV) mag u dan geen snoeiafval verbranden. (Artikel 5:34 van de APV verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken).

De gemeente kan afwijken van dit verbod en een ontheffing verlenen. (artikel 5.34 lid 3 van de APV). Hiervoor moet u wel een ontheffing aanvragen. De gemeente gebruikt uw meldingsformulier dan meteen als een verzoek tot ontheffing op het verbod op het verbranden van afvalstoffen.

Regels voor het verbranden van snoeihout:

1.    Het college verleent ontheffing voor het ter plaatse verbranden van snoeiafval afkomstig van zieke (fruit)bomen.

2.    Het is verboden:
a.    stamhout en boomstronken te verbranden
b.    overige afvalstoffen te verbranden
c.    het stoken binnen een bedrijf (inrichting)

3.    De ontheffing wordt verleend voor maximaal twee keer per jaar per locatie voor een looptijd van 4 weken, in de periode van 15 oktober tot en met 15 maart.

4.    Het snoeiafval moet worden gestookt in een vuurton met een inhoud van maximaal 200 liter. Per perceel en per eigenaar mag er maximaal 1 vuurton gebruikt worden. 

5.    De stookplaats bevindt zich op een afstand van meer dan 30 meter van:
a.    een gebouw/bouwwerk/bouwsel zoals tent ed.
b.    een opstapeling van oogstproducten
c.    brandbare goederen
d.    een vaar- en autoweg.

6.    De stookplaats bevindt zich op een afstand van meer dan 100 meter van: 
a.    (brandbare) natuur zoals bos, houtwal en heide
b.    een met riet gedekt gebouw
c.    opslagen met gevaarlijke stoffen.

7.    Over een afstand van 3 meter rondom de stookplaats mag geen begroeiing staan. De ondergrond moet beschermd worden met zandlaag.

8.    Het stoken mag alleen bij daglicht plaatsvinden, tussen zonsopgang en zonsondergang.

9.    Bij het ontsteken van het vuur mag geen gebruik gemaakt worden van aardolieproducten/ brandbare vloeistoffen, zoals benzine, petroleum of oliën. Daarnaast mogen gemakkelijk opstijgende brandstoffen zoals bladeren, papier, houtwol en hooi niet worden gebruikt als brandstof.

10.    Minimaal 2 uur voor de verbranding moet de exacte tijd worden doorgegeven aan de brandweer: Regionale Alarm Centrale telefoonnummer: 030-2892714.

11.    De verbranding van snoeihout is niet toegestaan, indien:
a.    door het KNMI windsterkte voorspeld wordt hoger dan windkracht 5 of als er sprake is van overlast voor omwonenden en verkeer;
b.    de Veiligheidsregio Utrecht, in verband met de droogte, een negatief stookadvies heeft afgegeven;
c.    door stookalert.nl van het RIVM een negatief stookadvies is afgegeven;
d.    of door mist het zicht minder is dan 200 meter.

12.    In de onmiddellijke nabijheid moeten voldoende preventieve brandblusmiddelen aanwezig zijn, zoals water en/of zand om een brand in een vuurton te doven en minimaal één blustoestel met een inhoud van 6 kg blusstof om kleine gevolgbrandjes in de directe omgeving te kunnen blussen.

13.    Tijdens het stoken dient er een volwassene aanwezig te zijn, die constant toezicht houdt op het vuur om gevaar, schade of overlast ten gevolge van het branden te voorkomen of te beperken.

14.    Alle aanwijzingen en bevelen die door of namens de brandweer, opsporingsambtenaren van de politie of toezichthouders van de gemeente/ODRU worden gegeven, dienen steeds exact en onmiddellijk te worden opgevolgd.

15.    De verbrandingsresten van het snoeiafval moeten uiterlijk 48 uur na het stoken geheel zijn verwijderd op verantwoorde wijze.

16.    De ontheffing moet kunnen worden getoond tijdens het stoken van het vuur.

17.    Voldoet u niet aan deze gebruiksregels dan wordt deze ontheffing geacht als niet te zijn verleend.

Bel dan met team Dienstverlening via 0343-595 595. Zij sturen u dan het aanvraagformulier toe. U kunt het formulier ook zelf downloaden als pdf (pdf, 74 KB).