Richtlijnen Zonnepanelen en collectoren

bij beschermde monumenten, stads-,en dorpsgezichten in de gemeente

De gemeente heeft de ambitie om in 2030 een klimaatneutrale gemeente te zijn.

Om dit doel te halen faciliteert de gemeente het gebruik van zonnepanelen en/of -collectoren door helderheid te brengen in regelgeving. Dit met als doel het terugbrengen van het gebruik van fossiele energie.

Eigenaren en huurders van monumentale panden vragen regelmatig om plaatsing van zonnepanelen. Op dit moment zijn hier geen (spel)regels voor binnen de gemeente. De gemeente maakt  per geval een afweging.

Deze richtlijnen zijn opgesteld om:

  • hier eenduidig mee om te gaan.
  • een juiste balans te vinden tussen:
    • de wensen van eigenaren
    • het openbare belang van behoud en bescherming monumenten/stad- en dorpsgezichten
    • en productie van duurzame energie.

Met deze richtlijnen sluit de gemeente aan bij de regels die de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed , Welstand en Monumenten Midden Nederland en de gemeenten Houten en Utrecht hebben opgesteld.

Wilt u zonnepanelen en collectoren plaatsen op, aan of nabij een monument?

U heeft altijd een vergunning nodig  op grond van de Woningwet, de Monumentenwet en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

Wilt u zonnecollectoren op niet beschermde panden die zijn gelegen binnen beschermde stads- en dorpsgezicht plaatsen?

U heeft een vergunning nodig als deze zichtbaar zijn vanaf openbaar toegankelijk gebied.

Doe de vergunningcheck en bekijk of u voor de plaatsing van zonnepanelen een omgevingsvergunning nodig heeft.

Doe de vergunningcheck

  • In beginsel gaat de voorkeur uit naar het niet plaatsen van zonnepanelen of collectoren op of aan het monument zelf, maar op een ondergeschikt plat dak of bijgebouw boven een schuin dak of hoofdkap.
  • U plaatst de zonnepanelen en/of -collectoren buiten het zicht, vanaf openbaar toegankelijk gebied gezien.
  • U moet de zonnepanelen en/of -collectoren reversibel plaatsen. Dit wil zeggen dat als u ze weer verwijdert er geen blijvende schade aan het pand ontstaat.
  • De kleur van de zonnepanelen en collectoren is zoveel mogelijk hetzelfde als het achterliggende dakvlak (zwart, antraciet, donkergrijs).
  • Om een zo rustig mogelijk beeld te krijgen moet u de randen van de zonnepanelen in dezelfde kleur uitvoeren.
  • Op een schuin dak plaatst u de zonnepanelen geheel binnen het dakvlak en onder dezelfde hellingshoek van het dakvlak.
  • U moet  de zonnepanelen in een regelmatig patroon plaatsen, bij voorkeur aaneengesloten en een rechthoek vormend.

Zijn er meerdere soorten daken aanwezig zijn?

  • De voorkeur gaat uit naar platte daken boven schuine daken.
  • Zijn er bijgebouwen zonder of van ondergeschikte cultuurhistorische waarde? Plaatsing op daken van deze gebouwen heeft dan de voorkeur.
  • Plaatsing gebeurt zo laag mogelijk in het hellende dakvlak.
  • Plaatsing gebeurt op ruime afstand van dakranden (twee pannen uit de goot, vier pannen onder de nok, niet onder hoekkepers of boven kilkepers).

Zonnepanelen en/of –collectoren mag u niet plaatsen:

  • op monumentale gebouwen met een bijzondere bestemming:
    •  kerken
    •  Molens
    • kastelen
  • op rieten, koper -en leien daken. Dit heeft te maken met gevaar voor brand en de technische uitvoerbaarheid.