Hoe doe ik een bestemmings-plancheck?

Wanneer u een plan heeft, moet u controleren of uw plannen in het bestemmingsplan van de gemeente passen. Dit geldt ook als u alleen met een deel van het gebouw aan de slag wilt, zoals een schoorsteen, balkon of erker. Controleer ook het bestemmingsplan als u een bestaand gebouw op een andere manier wilt gaan gebruiken.

Doe de bestemmingsplancheck

Zoek deze dan op de plankaart op om te zien welke activiteiten mogelijk zijn op uw locatie

De kleur op de kaart geeft de bestemming aan. Bijvoorbeeld:

  • geel is “Wonen”
  • paars is “Bedrijven”
  • grijs is “Verkeer”

Daarna kunt u in de regels lezen wat elke bestemming betekent:

  • wat mag wel op de locatie
  • wat mag niet op de locatie.
  • En wat betekent dat voor u?

De toelichting geeft meer achtergrondinformatie over:

  • het waarom van de regels
  • de oorsprong van het gebied
  • en diverse onderzoeken die het plan onderbouwen.

Let op: Niet alleen de bestemming van uw eigen perceel beïnvloedt de mogelijkheden voor uw bedrijf. Ook de bestemming van percelen in de omgeving kan van invloed zijn. Het is dus altijd zaak verder te kijken dan alleen uw eigen terrein.

Plannen die niet passen in het bestemmingsplan doorlopen een ander traject dan passende plannen. Volgens de wet is afwijken van het bestemmingsplan echter niet onmogelijk. Er zijn verschillende manieren waarop u van het bestemmingsplan kunt afwijken en toch een vergunning kunt krijgen. Dat kan alleen als uw bouwplan goed genoeg bij de omgeving en de bestemming van het gebied past.

Binnenplans afwijken

In een bestemmingsplan zijn vaak al een aantal afwijkingsmogelijkheden beschreven. Op deze manier zijn bestemmingsplannen flexibeler gemaakt. Een afwijking 10 % van de maximale goothoogte  of 1 meter worden dan bijvoorbeeld mogelijk. Meestal zijn er voorwaarden aan een binnenplanse afwijking. De procedure is dan hetzelfde als die van een passend plan. Deze verloopt door middel van een omgevingsvergunning via de reguliere procedure.

Buitenplans afwijken (“Kruimelgevallen”)

Voor relatief kleine plannen is het soms mogelijk een afwijking van het bestemmingsplan te verlenen. Dit is een afwijking die niet in het bestemmingsplan staat, maar wel in bijlage II artikel 4 van het Besluit Omgevingsrecht (Bor). Dit zijn de zogenaamde “kruimelgevallen”.

Hierin staan specifieke gevallen waarvoor de gemeente een omgevingsvergunning kan verlenen voor bouwen of andere activiteiten in strijd met het bestemmingsplan. Het gaat dan bijvoorbeeld om:

  • het uitbreiden van een woning
  • het bouwen van een garage in de bestemming tuin.

Het meewerken aan de aanvraag blijft een bevoegdheid van het college, het is dus geen verplichting. De gemeente moet altijd een afweging maken van wat het beste is voor alle betrokken. Dit geldt ook voor de belangen van eigenaren van omliggende woningen of bedrijven. Het is daarom mogelijk dat de gemeente niet mee kan werken aan de aanvraag.

Buitenplans (nieuw bestemmingsplan opstellen)

Het komt voor dat een plan niet past in het bestemmingsplan, terwijl de gemeente het bouwplan wel belangrijk vindt. In dat geval kan de gemeente het bestemmingplan vervangen door een nieuw bestemmingsplan  waarin het bouwplan wél past. Hierbij moet de gemeente een bestemmingsplanprocedure doorlopen.

Dit is een uitgebreide procedure die meer tijd in beslag neemt. Er moet een ruimtelijke onderbouwing komen. Hiervoor vinden allerlei onderzoeken plaats zoals bijvoorbeeld:

  • een geluidsonderzoek
  • een onderzoek naar flora & fauna
  • een wateronderzoek
  • een archeologisch onderzoek
Binnenplans afwijken Kruimellijst (buitenplans afwijkingen)